The creators of some of the most distinctive craft beers in the world are identical twins from Denmark. They also can’t stand each other.
Monthly Archives: March 2014
Round and round
Billions and billions
Beakus were commissioned to create three animated films that explain key concepts about our universe, with humour helping to explain the ‘almost’ unexplainable! Director Amaël Isnard also designed the films.
In ‘How Big Is The Universe?‘ ROG astronomer Liz shows us the expanding nature of the Universe and how this affects the light reaching us from distant galaxies, some of which will remain forever hidden from our view.
If you like this, you might like ‘What’s Inside a Black Hole?‘
or ‘How Do We Know How Old The Sun Is?‘
If the moon were only 1 pixel on your screen, how big would the rest of the solar system be?
Just click this link, I beg you, and prepare to have your mind blown.
Everything, except for men
In the 1999 fIlm “Magnolia,†a star-studded ensemble about Los Angeles lives that collapse and come together on a single day, the weather is practically the main character. Rain pours down throughout the movie, and just as the characters lives are colliding in a tornado of emotion, thousands of large frogs fall from the sky.
Amazing
Fire
Big bang wave
There once was a ripple in space
That grew at incredible pace
Now close observation
Reveals this inflation
Has left an indelible trace.
Boekbespreking, In 500 words: The book thief, Markus Zusak
In 1901 bouwde Duncan MacDougall naar eigen ontwerp een nogal gecompliceerde weegschaal, en mat het gewicht van terminale tuberculose-patienten. Op het exacte stervensmoment werden ze allemaal een klein beetje lichter. De menselijke ziel bestaat dus, en hij weegt 21 gram. Diezelfde proef op honden toonde trouwens geen gewichtsverschil – honden hebben geen ziel, zoals iedere kattenliefhebber al lang weet.
Iedereen denkt ook altijd dat de mens sterft omdat de dood komt. Maar eigenlijk is het omgekeerd: wanneer je hart stopt, verschijnt de Dood en hij draagt je ziel zachtjes weg. Het in een zware job, je hebt nooit eens vakantie, maar iemand moet het doen. Die iemand ben ik.
DINGEN DIE JE MOET WETEN OVER THE BOOK THIEF:
 * Het is een klein verhaal, verteld door de Dood, voor kinderen en ook voor volwassenen
* Geregeld wordt het aangevuld door een korte opsomming, zoals deze.
* Er zijn 10 hoofdstukken, ieder genoemd naaar een belangrijk boek in het leven van Liesel.
De boekendief heet Liesel Meminger. Ze is negen jaar, met bruine, maar geen blauwe, ogen in het Duitsland van ’39. Ze woont bij pleegouders in de Hemelstraat, in het arme deel van een klein dorpje.
Liesel brengt na school de was rond, die haar moeder netjes gestreken heeft. In het huis van de burgemeester mag ze altijd even door de boeken in de bibliotheek snuffelen. En later, als geld schaars wordt, en de klanten een voor een afzeggen, blijft er daar altijd een buitenraam speciaal voor haar open staan.
EEN PAAR WEETJES OVER DE BOEKENDIEF:
* Ik heb haar in die tijd drie keer gezien: 1 keer op een witte dag, 1 keer op een zwarte en 1 keer in het rood.
* Het eerste boek dat ze leest is ook het eerste boek dat ze gestolen heeft. Op het kerkhof, in de witte sneeuw.
* Op het moment dat ze dat boek meeneemt, kan Liesel nog niet lezen.
Het mooiste boek heeft haar vriend Max, die in de kelder woont, speciaal voor Liesel gemaakt. Hij heeft het zelf geschreven en getekend op de losgescheurde en dan witgeverfde bladen van het boek van de leider.
Daarom schrijft Liesel, eens Max uit de kelder weg is, haar eigen boek, met haar verhaal. Over haar broertje, die in de sneeuw ligt. Over geelharige Rudy die een boek uit het koude water opvist, en haar wel wil kussen. Over haar steeds terugkomende droom, en die van Max. Over woorden die je op je rug trommelen, die in je mond aarzelen, of die zomaar zachtjes aan je voeten dwarrelen.
Op de rode dag, nadat de vliegtuigen weer weggevlogen zijn, en wanneer ze papa’s smeulende accordion ziet, laat Liesel het boek, dat ineens zo zwaar geworden is, vallen. Ik heb het toen stilletjes meegenomen.
Gisteren pas heb ik de boekendief terug gezien, en zij mij, voor het eerst. We wandelden even, samen. Ik gaf haar een oud, stoffig, zwart boekje.
“Is dit het echt? Ik kan het bijna niet geloven. Heb je het gelezen?â€
“Ja, vele keren.â€
“Heb je het begrepen?â€
Ik wou nog zoveel zeggen, maar ik gaf haar het enige antwoord dat ik kon geven. En daarna enkel stilte.